Kanna is eind 19de eeuw door Nederlandse plantkundigen ontdekt in Zuid Afrika, waar mensen kauwden op de bladeren. Ze namen het mee naar Europa, waar het naar verloop van tijd tot extract werd verwerkt. Deze bevatten een veelvoud van de werkende stoffen en zijn dus vele malen sterker dan gedroogde bladeren.
Sceletium Tortuosum, zoals Kanna officieel heet, bevat meerdere actieve stoffen. Deze stoffen dragen stuk voor stuk bij aan zowel de medicinale werking en psychedelische effecten die door gebruikers aan het kruid worden toegedicht. Het is altijd verstandig het gebruik rustig op te bouwen. Dat kan goed met de diverse sterkten, waarvan de meeste gebruikers overigens uiteindelijk de voorkeur geven aan 10x versie.
De sterkte van de effecten hangt vanzelfsprekend ook af van de gebruikswijze. Thee is een veelgebruikte vorm, waarbij een dosering van 200-300 mg bij de 10x versie gangbaar is. Maar Kanna wordt ook wel op andere manieren gebruikt. Kauwen zoals de oorspronkelijke Zuid-Afrikaanse gebruikers is ook een mogelijkheid. Je kunt met Kanna heerlijk experimenteren, de sterkte bepaal je zelf en het geeft geen hallucinaties.