De peyote is een cactus zonder stekels die groeit als opgewonden kluwen. Het was de eerste psychedelische plant die de Spanjaarden tegenkwamen tijdens hun ontdekkingstochten. Ze vonden de plant en de Mexicaans Indiaanse gebruikers satanisch. Tot botanisten, artsen en farmacologen zich verdiepten in de geneeskunst van met name de Azteken. Zij ontdekten de bijzondere eigenschappen van Peyote, die officieel Lophophora heet en voluit Lophophora williamsii.
Wij kennen cactussen vooral als woestijnplanten, die van zon en droogte houden. Toch kunnen ze ook goed groeien in ons klimaat. Bij een minimale temperatuur van 10 graden en zoveel mogelijk zonlicht bloeit het op tot een lichtgroene bol met lichtroze bloemen.
Voor het psychedelische effect snijd je plakken van de cactus. Het vruchtvlees kun je dan rauw eten, drogen of verwerken in voedsel of er thee van maken. Bij eerste gebruik zal vooral de bittere smaak tegenvallen. Deze leidt vrijwel altijd tot misselijkheid en overgeven. Maar wanneer dat na ongeveer een uur verdwijnt krijg je een kleurrijke, boeiende ervaring die extreem lang aanhoudt. Zorg dat je geen activiteiten in je agenda hebt staan, ga het verkeer niet in en als je neiging hebt tot angst en depressiviteit adviseren we je de Peyote niet te gebruiken.